dinsdag 13 december 2011

Overpeinzing in dankbaarheid.

Ik sleur het matras weer de kamer in en leg het tussen de bank en de salontafel, zodat de toegewijde lieve dames van de zorg er goed langs kunnen vannacht.
Regen slaat kletterend tegen de ramen en wind giert rond de derde verdieping van het verzorgingshuis, waar mijn moeder sinds vijf maanden woont. Eindelijk weer tussen haar eigen meubels, na een omzwerving van bijna anderhalf jaar langs verschillende verpleeghuiskamers.
Ik kruip onder het dekbed en voel me veilig hier tussen de bekende ouderlijke  spulletjes: de vitrine kastjes met de steeds groter gegroeide verzameling  doosjes, de kussenkast met de mooie vazen, het kabinetkastje met het Napoleon servies. Vertrouwd en fijn, nog even en zo dicht bij mijn moeder ook. De deur van de slaapkamer op een kier,  ik hoor haar ademhaling, snel maar nog steeds regelmatig. Zo ligt ze nu al een dag of wat. Haar ziel lijkt al gegaan, maar haar lichaam ademt nog, alsof ze is uitgestapt en de motor is vergeten af te zetten.
Zo nu en dan ga ik even kijken, zit naast haar en overpeins de laatste jaren van haar leven, waarin ik veel bij haar was. Haar dappere stap nog te verhuizen, dicht bij mij en dichter bij de andere kinderen. Haar pijn en onmacht te leven zonder haar lieve man, maar met haar slechte ogen, valpartijen, een gebroken heup en een altijd pijnlijke rug.

Ik denk aan wat ik allemaal leerde van mijn moeder deze laatste zware jaren.
Ik leerde  mededogen van medelijden onderscheiden en ik leerde over mijn eigen grenzen. Ik kon, hoe graag ik het ook gewild had, niet mijn lieve vader vervangen.
Ik leerde over acceptatie en geduld, over weerstand tegen wat is  en dat allerlei overtuigingen, hoe de dingen zouden moeten zijn,  me in de weg kunnen zitten. Zou ik die dan niet beter kunnen laten varen? Maar wat is dat moeilijk en wat lukt me dat vaak niet.
Ik denk ook aan alle praktische dingen die mijn moeder me leerde, van die ‘gewone’ dingen, waar je eigenlijk nooit bij stilstaat dat je ze zo doet, omdat je moeder ze zo deed.  Maar waar ik haar zo dankbaar voor ben!
Zo leerde ik van haar de liefde voor lezen, want ze las ons voor en ging met ons naar de bieb.
Ik leerde koken en de lekkerste kwarktaart maken, omdat ik haar mocht en moest helpen in de keuken.
Ik leerde de naaimachine hanteren, want als zij uit een goedkoop lapje van de markt weer eens de mooiste jurk naaide, die ze dezelfde avond droeg naar een verjaardag, speelde ik met de knopen bus en keek stiekem de kunst af. Alleen heb ik het nog nooit gepresteerd uit een oude jas twee snoezige manteltjes te naaien voor mijn dochters en zij draaide haar hand daar niet voor om.
Ik leerde dat sfeer en gezelligheid belangrijker zijn dan uiterlijk vertoon.
Dat er altijd vriendinnetjes of familie kon blijven spelen, eten en slapen.
Ik leerde dat  het op veel manieren goed kan en zo leerde ik op mijn manier een thuis maken voor mijn eigen lieve gezin.
Ik kijk naar het broze lichaam van mijn moeder, dat mij baarde en dat nu zelf gaat sterven,  gestorven is.  Mijn lieve, lieve moeder, die mij het leven gaf en leerde.  Zo ontzettend bedankt en voor altijd in mijn hart! Rust zacht in vrede en licht!

donderdag 6 oktober 2011

‘En een poot van Pleuntje de hond’

Mijn verhouding met viervoeter de hond was al nooit zo uitbundig. Niet dat ik nou echt een hekel heb aan honden. Er zijn best lieve leuke honden natuurlijk. Net zoals er leuke lieve mensen zijn. Misschien is het dan mijn verhouding met de baasjes van de honden. Want eigenlijk kan een hond er ook niks aan doen, dat hij zijn behoefte doet op het gras van het plantsoen.( Nee, jullie kunnen daar niet spelen, nee niet in het gras. Oh shit, te laat, het zit al aan je schoen en ook aan je broek? He gatver, en je bent net zindelijk, shit ja!) En dat ze aan je kruis ruiken wat ze anders nooit doen hoor, natuurlijk niet, of naar je toe rennen en met hun vieze poten tegen je pas gewassen witte broek aan springen. ( Ach, wat is het ook een enthousiast beest, je bent toch niet bang voor honden? ) En dat je ergens binnen komt en moet kokhalzen van de stinkende natte hondengeur. Of dat ze door het bos rennen, waar ze aangelijnd moeten, en dat je daardoor geen konijn of hert meer ziet. Nee, daar kunnen die beesten niks aan doen. En is dat nou allemaal zo erg? Wat kan een hond niet betekenen voor een mens?  Je krijgt er zoveel voor terug! Mensen kunnen zoveel hebben aan hun trouwe brave metgezel. De liefde voor hun hond is grenzeloos en blind bij sommige mensen.
Een kennis van me was gevallen met de fiets. Heup gebroken, een heel lastige fractuur, kniebanden gescheurd, ook nog, en de enkel was dik. Na zeven weken liep ze pas voorzichtig met krukken of als een stumper te schuifelen achter de rollator. En wat er verder liep, liep in het honderd. Haar werk, het huishouden, de kinderen, het halen, brengen. Nee, dat was andere koek dan een beetje aangekoekte shit op een kinderbroekje.  Er stond een bed in de kamer, ze moest zich wassen bij het aanrecht in de keuken of douchen bij iemand met een badkamer op de begane grond. Maar ze zeurde niet, dat schoot toch niet op.
En hoe was het nou eigenlijk gebeurd? Van de fiets vallen?! Ze was toch nog geen oud wijf? Nou, nee, een ongelukje. Mooie dag in het bos, druk met fietsers en wandelaars, en…. hoe kan het ook anders, hun trouwe niet aangelijnde viervoeters. Ineens besloot zo’n malloot van een hondenbezitter in al die drukte de illegaal loslopende hond terug te fluiten. Ja, wat doet zo’n beest dan? Rennen, heerlijk rennen natuurlijk, in volle vaart zo van achter de struiken het fietspad op, tegen het voorwiel van de spieksplinter nieuwe fiets van mijn kennis. Baf, daar lag ze, te schreeuwen van de pijn. Ik heb nog nooit zo gevloekt, zei ze verontschuldigend. Maar de bazin van de hond was reuze aardig en behulpzaam, oh, zeker absoluut. Ze stuurde zelfs na een week een kaartje naar het ziekenhuis, ach, dat was echt lief! Een kaart met zonnebloemen er op en troostende woorden, met een groet ‘en een poot van Pleuntje de hond’. Stond er ook nog! Zo attent!
Mijn verhouding met viervoeter de hond kreeg acuut een doodklap, maar bij nader inzien, kan het beest er ook niks aan doen dat hij een zodanig oliedom, gevoelloos, stupide, tactloos, grenzeloos verblind vrouwtje heeft.
Wat moet je in godsnaam met een poot van Pleuntje de hond als je eigen poot door toedoen van die zelfde hond in barrels ligt. En dat het vrouwtje van die hond niet aanvoelt dat je zoiets dan niet schrijft. Dat dat misschien niet helemaal goed zou kunnen vallen!  Of op zijn minst de wenkbrauwen doet optrekken in het beste geval, bij een aardige pechvogel als mijn kennis.
Maar, als de hond er nou niks aan kan doen, hoe moet het dan met mijn verhouding met tweevoeter de mens??

donderdag 4 augustus 2011

Rouwen.

Wandelen, lopen, banjeren door het groen. Het hoofd leeg maken, mijn lichaam voelen, het verdriet laten zinken. Genieten van de zon op de bladeren en de zachte grond onder mijn voeten. Leunen tegen een boom. Me net zo gronden om uit te rusten van de emoties van de vorige dag. De dag waarop mijn zang vriendin werd begraven. Mijn mooie lieve sterke zang vriendin heeft het toch verloren van de kanker. Ze was zo krachtig dat ik bijna ging geloven dat ze nooit zou sterven. Maar in de week dat ik mijn moeder van 90, oud en der dagen zat, klaar met haar leven, verhuisde naar een appartement in een verzorgingshuis, brachten we mijn vriendin van net 50, die nog zo vreselijk graag wilde leven naar haar graf. Het voelt zo onrechtvaardig.

'Weet je nog hoe we zongen samen tijdens onze conservatoriumtijd en later? Maar ook hoe we lachten en kletsten. We renden door het Vondelpark en schaatsten op de Amstel. Gingen naar de sauna en zwommen in het Zuiderbad. En we zongen.
Je was getuige op mijn huwelijk, we kregen kinderen, we lachten en we kletsten.
We schreven brieven toen je in Amerika woonde, maar zochten elkaar ook op toen ik er op tournee was.
Weet je nog hoe we kletsten, lachten en zongen.........
Hoe we huilden, veel later, nu drie jaar geleden, toen de tumor in je hoofd een feit was, en we toch bleven zingen!
Je was zo vol liefde, zo vol leven! Zo, vol liefde voor het leven met geloof en hoop, ben je nu naar de ultieme Liefde en naar het Licht. Waar je eindeloos kunt zingen en ik voor altijd met je verbonden ben; voor altijd in mijn hart.'

Ik rust uit op een bankje in het bos met mijn lief en er stopt een fietser, die vraagt of we er bezwaar tegen hebben dat hij er bij komt zitten. De knul is zo'n jaar of 16 en vertelt dat hij wat moet bijtanken en van zich af moet fietsen. We hebben iets gemeenschappelijks blijkt. Verdriet en rouw. Hij om zijn oma die hij de vorige dag begroef. 'Ze is in drie jaar opgevreten door de kanker.' Ik om mijn zang vriendin.Wat een vreemd toeval, wat een aparte ontmoeting. We gaan onsweegs. De zon schijnt, het lopen doet goed. We horen hoe hij op zijn fiets stapt en ook zijn weg vervolgt.
Rouwende mensen in een bos.

maandag 25 juli 2011

Helende en coachende stem- en klankoefeningen:

Je kunt besluiten deze oefeningen, of een aantal ervan, iedere dag tien minuten voor jezelf te doen. Ga spelen met je klank, durf jezelf te laten klinken, exploreer je stem, ga de schaamte voorbij, voel hoe bevrijdend dat is en merk op dat het je energie en balans brengt. Durf te klinken!
1.     Zing de AAAUUUMMM klank enkele malen achter elkaar. Begin hier je sessie mee.
2.     Ga goed staan of zitten en voel je hele lichaam. Scan het en voel het helemaal. Wat speelt er op dit moment in je leven? Waar heb je last van, wat doet er pijn, mentaal, emotioneel of fysiek. Probeer dit gevoel te lokaliseren in je lichaam, adem goed door en laat klanken ontstaan die uiting geven aan je pijn. Je kunt zuchten, kreunen, schreeuwen en deze klanken eventueel over laten gaan in tonen en een melodie. Zing het eruit. Maak een klagende melodie en laat je helemaal gaan. Zing op een ‘ah’ klank al je ellende en verdriet naar buiten. Als je merkt dat je emotioneel wordt laat dit dan gewoon gebeuren. Vel geen oordeel, laat het zijn.
3.     Zing vervolgens een zachte neurietoon voor jezelf. Lokaliseer de pijnplek in je lichaam en troost jezelf met een liefdevolle zachte neurie toon. Op een ‘mm’ of ‘nn’ of op een ‘ng’ klank. Leg eventueel je handen op de plek en breng ze in trilling met je toon. Je kunt ook overgaan in het zingen van een troostende melodie op verschillende klinkers. Vul de ruimte die is ontstaan met nieuwe harmoniserende klanken en maak je zelf heel.
4.     Ga weer in de goede prettige houding staan, voel je lichaam en stel je voor dat je onder een douche staat. Je maakt verschillende neurie klanken en laat die als stralen langs je lichaam gaan. De warme douche van klank en toon is behaaglijk en spoelt alle donkere energie van je af.
5.     Je naam zeggen en/of zingen. Het kan heel bevrijdend of juist confronterend zijn je naam hardop te zeggen. Ga goed staan, wees stil, verbind je met jouw naam, luister en zeg je naam, terwijl je heel bewust je lichaam blijft voelen. Je kunt dit op een gevende of op een ontvangende manier doen. Bij geven spreidt je je armen en presenteer je als het ware jezelf. Bij ontvangen sla je de armen voor je borst en houd je de energie meer voor je zelf. Voel eens het verschil. Wat ligt je wel en wat gaat minder? Wat zegt dit? Maak daarna eens een melodie op je naam en doe het zelfde. Geef eens toon aan je zelf. Wat brengt dit je, of tegen welke weerstand loop je aan?
6.     Doe dit zelfde terwijl je achter je naam jouw mooiste kwaliteit spreekt of zingt. Zing jezelf toe, bezing jezelf met jou eigen unieke prachtige zijnskwaliteit. Wat doet dit met je, wat levert het je op, wat kom je tegen in jezelf?
7.     Het kan ook veel opleveren als je juist je allergie, dat waar je een hekel aan hebt, eens klank en toon geeft. Hoe klinkt dat en wat voel je daarbij?
Laat van daaruit ook eens je uitdaging klinken. Ga je nu anders klinken? Levert het zingen van je uitdaging je een ander gevoel, een andere energie op?
8.     Word je bewust van een verlangen, van een wens. Voel het verlangen in je hele lijf, of misschien lokaliseert het zich op een bepaalde plek. Voel de energie van dat verlangen trillen in jou en zet vervolgens de trilling om in klanken, in tonen, in een melodie. Geef er woorden aan, als je dat wilt. ‘Ik wens…..’ Zing jou specifiek en positief gesteld verlangen. Wat doet dit met je?
9.     Als vervolg op de voorgaande oefening kan je zodanig klinken, alsof je verlangen al vervuld is. Duik helemaal in het gevoel dat je zou hebben als datgene is gebeurd, wat jij zo graag wilde. Hoe klinkt dat? Geef er eventueel ook woorden aan. ‘Ik ben…..’ Ga op in de dankbaarheid, die ontstaat door het vervullen van je verlangen en laat het horen.
10.                        Zing de AAAUUUMMM  klank enkele malen achter elkaar, als afsluiting
Ontdek wat een scala aan klanken en stemmen er in je leeft. Zie het als een cadeau dat je geeft aan jezelf. Een stap naar meer energie en meer balans in je leven. Je hebt je stem altijd bij je; je kunt altijd besluiten jezelf te laten klinken!

dinsdag 24 mei 2011

Waarheid


 Zuster Veritas

Het is koud in de kapel. Ik kan me niet herinneren dat het ooit zo koud was. Langzaam loop ik naar Maria. Ik kniel op de harde bank en trek rillend het habijt wat dichter om me heen in de hoop meer warmte te vinden. Ik zoek de warmte van een moeder. De natuurlijke vanzelfsprekende en onvoorwaardelijke warme liefde van een moeder.

Meestal geniet ik van de atmosfeer in de kapel. Het gedempte licht tijdens de diensten, de ijle zang van de zusters. Brandende kaarsen voor het Mariabeeld geven een speciale gloed en als ik mijn ogen half dichtknijp is het bijna alsof het tot leven komt. Alsof Maria een hand naar me uitstrekt. De blauwe mantel die het kindje Jezus bedekt, lijkt ze ook om mij heen te willen slaan, als een ultieme bescherming. Ze lacht naar me met een troostende glimlach op haar zachte deemoedige gezicht. De hele kapel is gevangen in haar gloed en de sobere donkere banken en muren, in de van zonlicht verstoken ruimte lijken op te lichten. Dan koester ik me in haar liefde, dan voel ik me als een Jezus kind door haar gedragen.

Maar nu niet. Mag ik hier wel zijn? Ze wijst me af, de moeder van Jezus, ik voel haar liefde niet. Ze komt niet tot leven. En juist nu snak ik naar haar warmte. Maar er kan geen lachje af.
Ik probeer te bidden, zoals Moeder Overste me heeft opgedragen. Ik vouw mijn handen, knijp ze samen tot mijn knokkels er wit van zien. Moeder Overste weet per slot van rekening wat het beste is. Zij is bijna als een echte moeder voor me, ze begrijpt me en praat met me.
Dat was een verademing na het moeilijke contact met mijn eigen moeder. Eindelijk een luisterend oor. Eindeloze gesprekken en aandacht. Over bijna alles kan ik praten met Moeder Overste. Mijn hele ellendige jeugd en twijfels soms over mijn intrede, mijn zoektocht naar waarheid
‘Zuster Veritas, je doet je naam eer aan.’ zegt ze plagend lachend en ze strijkt zachtjes over mijn wang.
Ik bid smekend om de waarheid, ik ben in de war en voel me misselijk.

We  hadden een lang gesprek, we zaten in mijn cel, mijn veilige cel met de witte muren en de kale houten meubels.
Ik had zachtjes gehuild om een herinnering aan mijn liefdeloze moeder.
We zaten dicht bij elkaar op mijn harde bed. Ik voelde haar warmte en mijn hoofd rustte op haar schouder, terwijl ze me troostend over mijn rug aaide. Mijn snikken werden minder. Langzaam voelde ik haar hand naar beneden glijden, waar hij bleef rusten en bleef strelen. Als gehypnotiseerd leunde ik tegen haar aan, niet in staat te bewegen. Toen ze via mijn onderrug mijn billen begon te strelen verstarde ik.
Het strelen ging maar door, het werd kneden en ik probeerde te gaan verzitten, afstand te creëren. Haar andere hand ging naar mijn buik en even later graaiden beide handen steeds vrijpostiger in mijn buik en billen. Toen verplaatsten ze zich beide  naar boven, richting mijn borsten. Ik schoof wat verder naar de muur.
‘Moeder, dit…. dit….. is….dit….voelt een beetje gek, dit… lijkt me niet goed!’ stamelde ik met mijn ogen strak op mijn handen gericht. Ik durfde haar niet aan te kijken. Ik was geschokt en vroeg me direct af of ik het wel juist gevoeld had.
Wat was dit, wat gebeurde er? Ik plukte aan mijn habijt, schoof nog wat verder van haar weg, schuurde tegen de harde muur. Had ik het me verbeeld?
Wat het ook was, ik wist met een onwrikbare zekerheid dat dit verkeerd was. Als er iets waar was, was het dit zekere weten, dat als een bliksemflits door me heen ging. Ik had me zelden zo vies gevoeld.

Ze keek me vorsend aan, meewarig en koel, zoals ik haar nog niet eerder had gezien.
‘Kind, kind, foei toch, wat denk je wel’ zei ze ‘Wat bezielt je, wat is er in je gevaren, ik troost je alleen maar, het moet het kwade zijn, dat moet jij als zuster Veritas toch weten, wat je denkt is niet waar, dit was helemaal niks, er is niets gebeurd wat niet goed was, het moet de duivel zijn die je dit influistert, deze zondige gedachte!”
Ze was opgestaan en torende enigszins dreigend boven me uit. Op plechtige toon sprak ze:
‘Zuster Veritas, ik ben je Moeder Overste en ik heb het beste met je voor, ik ben er altijd voor je, als een Moeder met de liefde Gods. Ik neem je deze zondige gedachte niet kwalijk, het is het werk van de duivel en jij gaat nu onmiddellijk bidden tot de heilige maagd Maria of zij je wil zuiveren van het kwade. Kom kind, sta op en ga, ik wil je pas weer zien als je inziet dat dit het werk van de duivel zelf is!’

Ik voel de tranen over mijn wangen lopen, ondanks de kilte krijg ik het benauwd in mijn habijt.
Het misselijke gevoel neemt toe.
Er komt geen gebed meer over mijn lippen, er vormen zich geen woorden meer in mijn hoofd.
Maria komt maar niet tot leven. Haar mantel dekt me niet meer toe. Ik voel haar niet. De liefde is dood. De waarheid is koud en de kapel somber als een graftombe.
Ik proef een zure smaak in mijn mond.
Een golf braaksel beland voor het Mariabeeld voordat ik opsta en wankelend de gewijde plek verlaat.

zondag 10 april 2011

Ik ben niks meer waard.

En alweer is mijn moeder de inspiratiebron voor een blog.
Ik dacht ernstig na over haar meermaals verzuchtte: 'Ik ben niks meer waard!' Terwijl ze daarbij mismoedig, en doelloos voor zich uit staart met een gebogen hoofd en de blik naar beneden gericht. Een hoopje ellende, een groot slachtoffer. Ik wil niet dat ze dat zegt. Verschrikkelijk om dat te zeggen van je zelf. Dat je niks waard bent. Ze ervaart dus dat ze niks waard is, omdat ze niks meer kan, weinig kan in vergelijking met vroeger. Haar lichamelijke en geestelijke vermogens worden minder, ze kachelt hard achteruit.

Maar ben je dan alleen wat waard bij de gratie van je vermogens?
Zijn invaliden of anderzinds gehandicapten dan niks waard. Hebben die geen waarde omdat ze minder of niks kunnen?
Dat zal ze vast niet vinden, mijn moeder. Ik nam het zo aan als een 'normale' verzuchting, dat ik voorbij ging aan de betekenis. En dat ik niet eens vroeg wat ze nou bedoelde. Een vreselijke betekenis en niet voor niks wil ik niet dat ze dat zegt. Ik denk ook nog eens dat je steeds minder waard wordt voor je zelf, wanneer je dat steeds uitspreekt.

Ja, dit is wat ze ervaart, zo voelt ze het, dit is haar waarheid, zegt men dan. Ja, dat weet ik ook wel, maar mag ik ook eens laten horen wat ik daarbij ervaar en wat dat met mij doet? Ik word er verdrietig van en soms boos. Voor ons allebei is acceptatie hierin de grote uitdaging. Mijn moeder zal moeten accepteren dat ze zo veel minder kan en ik zal moeten accepteren dat ik het verdrietig vind als ze dat zo vaak zegt en laat merken. Ik kan haar moeilijk verwijten dat ze haar lot niet aanvaardt, terwijl ik zelf mijn verdriet en weerstand niet mag voelen en kan accepteren. Het is! Ik ben waardevol met al mijn beperkingen net als mijn moeder. Gelukkig maar dat ik dat kan beseffen en voelen. Nu mijn moeder nog, of niet! Dat kan en mag dus ook.

dinsdag 8 maart 2011

De kunst om te ontvangen.

Eerder schreef ik over liefde en dankbaarheid en de invloed van die prachtige emoties op bevriezend water en de kristallen die dat geeft. En over wat, aldus door redenerend deze emoties en stemmingen kunnen doen voor onszelf, aangezien wij voor zeventig procent bestaan uit water.

Later bedacht ik, door ondervinding wijs geworden, dat aan dankbaarheid iets heel wezenlijks vooraf gaat.
In hoeverre zijn wij eigenlijk in staat te ontvangen? Voordat we dankbaarheid kunnen voelen, moet er iets zijn, dat we hebben ontvangen. Als je een cadeau krijgt en als je de liefdevolle intentie voelt van de gever, zeg je 'dankjewel' en ben je er blij mee. Of je ontvangt het achteloos, ziet de waarde niet en je neemt geen tijd goed te kijken of de intentie te voelen van de gever. Het kleinste cadeau kan, door het bewust met intentie te geven en te ontvangen een groots effect hebben. Zowel op de ontvanger als op de gever.

Wat is er allemaal voor moois te ontvangen waar we misschien achteloos aan voorbij gaan? Wat zien wij niet, wat horen wij niet, omdat we niet stilstaan, niet stil zijn. Onszelf, de ander en onze omgeving voorbij levend, of opgesloten in onze eigen ruis en niet in staat open te zijn voor wat er allemaal is om te ontvangen.

Pas als we besluiten de tijd te nemen en bewust te ontvangen en ervan te genieten, stil te zijn en te voelen wat de gift met ons doet, kan dankbaarheid ontstaan. En zullen we ook steeds meer ontvangen, omdat we beter luisteren, beter kijken en beter voelen.
Pas dan kan dankbaarheid in al haar volheid in jubel uitbarsten of innig klinken en een zalfje zijn voor onze ziel, als de prachtige kristallen voor het bevriezende water.

woensdag 23 februari 2011

10 gouden tips van coach en zangeres Marjolein

Begin je dag eens met een zangmeditatie.1x daags10 minuten doet wonderen!

  1. Zorg dat je in het hier en nu bent. Grond jezelf, maak bewust contact met de grond en je omgeving.
  1. Wees altijd de onderzoeker van je geluiden, experimenteer met wat je allemaal in huis hebt. Durf te klinken.
  1. Zorg dat je lijf verbonden is met je stem, dus beweeg en maak jezelf los en soepel.
  1. Adem lekker laag in je lijf, laat alle spanning los in je inademing en laat je adem geleidelijk naar buiten terwijl je uitademt en klank maakt.
  1. Glimlach terwijl je zingt, het oogt leuk en tegelijkertijd vindt je klank de weg naar buiten op die manier. Denk bij je inademing aan een heerlijk geurende bloem.
  1. Luister naar wat je wilt zingen voordat je klank maakt. Laat je stem altijd klinken zonder oordeel.
  1. Zing jouw naam uit volle borst met een kwaliteit erachter.
  1. Stem je af, tune in op wat je voelt in je lijf. Durf het toe te laten en zing er eens naar toe of breng het tot klinken.
  1. Maak muziek, zoals jij muziek mooi vindt om naar te luisteren.
  1. Zing met vreugde en geniet er van. Je zult merken dat dit een geweldige uitwerking heeft op je welzijn en op het verloop van je dag.
Veel plezier, ik hoor graag hoe het je is  vergaan.

woensdag 9 februari 2011

Zingen en de kunst van het niet doen.

Als het gaat over een toon zingen, over een lied zingen, in hoeverre ben je dan in staat de muziek haar werk te laten doen, je in dienst te stellen van het lied, maar ook je in dienst te stellen van de toon zelf? Komt de techniek van buiten of volgt de techniek misschien de toon van binnen uit? Een interessante zoektocht. Het resultaat kan misschien het zelfde zijn. Namelijk een vrij klinkende resonerende toon. Hoewel ik blijf denken dat met duwen en drukken en pushen en moeten en willen, dat met een dwingende kracht techniek de stem nooit vrij komt en dus het lied de toehoorder niet zal raken. Ontroering kan alleen ontstaan uit liefde en aandacht. Voor jezelf, de muziek en je publiek.

Een mooie vergelijking met het Taoïsme dringt zich aan me op. Een oosterse wijsheid, waarin onder andere sprake is van Woe Wei. De kunst van het niet doen, niet handelen, niet vechten en onszelf niet in de weg staan, maar juist een weg vrij maken voor ons zelf, door het toestaan van zachtere krachten, die vanzelf voor ons gaan werken. Doen en zingen dus, door niet in te grijpen. Je wordt gezongen, het zingt zich, meer dan dat je met druk en kracht een toon produceert. Maar wel met heel veel aandacht en liefde voor die toon. Zoals je ook met aandacht en liefde je leven kunt beleven, vanuit verlangen en weten wie je ten diepste bent, vanuit vertrouwen op je innerlijk pad. Het leven zal zich als vanzelf voor je gaan leven en zingen.

woensdag 2 februari 2011

Energie.

'Waarom ben ik nou niet dood gegaan?' zei ze na de zware griep, die haar had gevloerd.
Ik wist het niet. Ja, ik kon van alles bedenken aan spiritueel diep en wijs gepraat, maar wie ben ik? De dochter van mijn moeder en die wil dood. Moet ik dan aankomen met dat ze nog wat te leren heeft hier in dit leven? Ik kan van alles bedenken hoor: Overgave, geduld, dankbaarheid. Maar tsjonge wat klinkt dat pretentieus en bekend ook. Wie de schoen past..., en de balk in je eigen oog niet zien, terwijl je het hebt over de splinter in die van de ander!? Van mijn moeder nog wel.
En dan de confrontatie met het hele gebeuren rond het oud worden. Waar ben ik over dertig jaar? Hoe zit ik erbij als ik negentig ben, als ik dat al haal en moet ik dat willen halen?

Zal ik met haar gaan zingen?
Toen ik tijdens de kerstperiode een concertje en workshop gaf in het huis waar ze verblijft, keek ze me, vooral tijdens het workshopje met grote ogen aan. Met stomheid geslagen leek het wel. Wat stond haar dochter daar met haar armen te zwaaien en ah en oh te roepen om energie te genereren bij de bewoners? 'Je moet wel mee doen hoor mam' zei ik lachend. En daar ging ze, daar gingen we. Geweldig was dat!

Misschien kan ik, als ik haar opzoek ook met en voor haar zingen. Misschien brengen mijn tonen haar energie. Misschien kan ze zelf al zingend nog wat levensenergie vinden. Als dat eens zou kunnen?! De energie scheppende stem.
In een volgend leven en hoger bewustzijn is vast een overvloed aan tonen, klanken, trilling en prachtige energie.
Maar daar moet mijn moeder nog even op wachten en ik weet ook niet waarom.